Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen geschiedde het in de maand [1]Nisan, in het twintigste jaar van den koning [2]Arthahsasta, [als er] wijn voor zijn aangezicht was, dat [3]ik den wijn opnam, en gaf [hem] den koning; nu was ik nooit [4]treurig geweest [5]voor zijn aangezicht. 1. Anders genoemd Abib; Ex.13:4. 2. Zie Ezra 6:14. 3. Tot wien de beurt nu weder gekomen was om den koning van den opgedragen wijn te schenken. Hiermede wordt te kennen gegeven de oorzaak, waarom Nehemia dus lang getoefd heeft. 4. Hebreeuws, kwaad; dat is hier, droevig, treurig van gelaat, en zo in het volgende; zie Gen.40:7. 5. Als ik voor den koning placht te verschijnen; maar nu [wil hij zeggen] was het anders met mij gesteld.